Toen hij de mensenmenigte zag, voelde hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder. — Matteus 9:36
Als we kijken naar Matteüs 9:36, zien we Jezus vol medelijden naar de mensen om Hem heen kijken. Hij zag dat zij “afgemat en hulpeloos waren, als schapen zonder herder.” In deze beschrijving kunnen we de liefdevolle en zorgzame aard van Jezus ontdekken. Hij keurde mensen niet af om hun zwaktes, maar voelde juist compassie voor hen omdat zij zonder leiding en richting waren.
Dit vers herinnert ons eraan dat, net als in Jezus’ tijd, veel mensen vandaag nog steeds verloren en zonder richting kunnen voelen. In een wereld vol hectiek en drukte, kunnen we ons soms ook afgemat en hulpeloos voelen. Maar Jezus nodigt ons uit om bij Hem te komen en rust te vinden. Zijn mededogen toont ons dat we niet alleen zijn in onze strijd, en dat we een Herder hebben die ons wil leiden.
Laten we proberen dezelfde compassie naar anderen uit te stralen. We worden uitgedaagd om net zoals Jezus anderen te zien met liefde en begrip, klaar om een helpende hand te bieden aan wie dat nodig heeft. Door dit te doen, kunnen we een beetje van het licht en de liefde van Jezus in deze wereld verspreiden.