Zowel de visie als de missie zijn een uitwerking van twee belangrijke Bijbelgedeelten:
Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.
Matteüs 22:37-40
Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.
Onze visie
Dit is het beeld dat we hebben voor de toekomst waar we als gemeente naar toe willen.
De Baptistengemeente Tiel wil een gemeente zijn waar:
- Jezus Christus centraal staat;
- zoekende en teleurgestelde mensen een “thuis” mogen vinden;
- plaats is voor herstel en geestelijke groei;
- je God leert kennen als Vader;
- je tot leerling en volwassenheid in Jezus wordt gebracht;
- God verheerlijkt wordt.
Onze missie
De aspecten van de missie die we hier benoemen zijn o.a. terug te vinden in Handelingen 2 vers 41 t/m 47 en Efeziërs 4 vers 11 t/m 16.
Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.
De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag. Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.
Handelingen 2:41-47
En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen. Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus. Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.
Efeziërs 4:11-16
Om de visie te bereiken wil de Baptistengemeente Tiel mensen:
- brengen tot aanbidding van God;
- invoegen in Zijn huisgezin;
- toerusten om als volgeling van Jezus te leren leven;
- stimuleren elkaar te dienen tot opbouw van de gemeente;
- uitzenden in de wereld dichtbij en veraf.
Deze vijf aspecten worden hieronder kort uitgewerkt en toegelicht.
Brengen tot aanbidding van God
Wij willen een vertrouwde plek creëren waar we met elkaar God kunnen groot maken om wie Hij is en om wat Hij voor ons heeft gedaan door zijn Zoon Jezus. Allereerst gebeurt dat door onze levensstijl die moet beantwoorden aan wat we lezen in de Bijbel. Andere aspecten die daarbij gebruikt worden zijn muziek, liederen, Gods aanwezigheid zien door getuigenissen en bidden met elkaar (Handelingen 2 vers 47).
Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.
Invoegen in Zijn huisgezin
Dit betekent dat we ernaar streven een gemeenschap van mensen te starten en samen te brengen die het verlangen heeft God te dienen met alles wat in hen is. Drie kernwoorden daarbij zijn: aanvaarding, liefde en trouw. Het is een vertrouwde plek waar men met medegelovigen lief en leed deelt, waarin broeders en zusters naar elkaar omzien.
Lid worden van het huisgezin van God gebeurt door bekering, geloof en doop door onderdompeling op getuigenis van het geloof (Handelingen 2 vers 38 en 4 vers 12, Romeinen 6 vers 3 t/m 11).
Petrus antwoordde: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden, want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’
Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’
Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met hem zullen leven, omdat we weten dat hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over hem. Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij voor God. Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God.
Toerusten om als volgeling van Jezus te leren leven
Om te kunnen groeien in geloof en in onze relatie met God is er onderwijs nodig vanuit het Woord van God, de Bijbel. Er zal een duidelijk traject zijn waarin vanaf de basis Bijbels onderwijs wordt gegeven. In al het onderwijs staat de genade die God getoond heeft door het offer van zijn Zoon Jezus centraal. Daarnaast is er een stimulans om het geleerde niet voor jezelf te houden maar door te geven aan anderen binnen en buiten de gemeente (2 Timoteüs 2 vers 2 en 3 vers 14 t/m 17).
Geef wat je in aanwezigheid van velen van mij hebt gehoord, door aan betrouwbare mensen die geschikt zijn om anderen te onderwijzen.
Maar jij, blijf bij alles wat je geleerd hebt en met overtuiging hebt aangenomen. Je weet wie je leraren waren en bent van kindsbeen af vertrouwd met de heilige geschriften die je wijsheid kunnen geven, zodat je wordt gered door het geloof in Christus Jezus. Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.
Stimuleren elkaar te dienen tot opbouw van de gemeente
Iedere volgeling van Jezus heeft geestelijke gaven ontvangen met als doel die in te zetten om elkaar te dienen tot opbouw. Daarnaast zijn er bedieningen gegeven tot opbouw van de gehele gemeente (Romeinen 12 vers 3 t/m 8, 1 Korintiërs 12 en Efeziërs 4 vers 11 t/m 16).
Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar verstandig over uzelf moet denken. Denk overeenkomstig het geloof, dat is de maatstaf die God u heeft gegeven. Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben, zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. We hebben verschillende gaven, onderscheiden naar de genade die ons geschonken is. Wie de gave heeft te profeteren, moet die in overeenstemming met het geloof gebruiken. Wie de gave heeft bijstand te verlenen, moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen, moet onderwijzen. Wie de gave heeft te troosten, moet troosten. Wie iets weggeeft, moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig voor een ander is, moet daarin blijmoedig zijn.
En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen. Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus. Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.
Uitzenden in de wereld
Wij zijn geen gemeente om het gemeente zijn of om een activiteit op de zondag te hebben. We zijn een gemeente om onze eigen omgeving te bereiken met het Goede Nieuws van Jezus. Ieder mens heeft het recht om dit Goede Nieuws te horen zodat hij/zij een keus kunnen maken om Jezus toe te laten in hun leven en Hem te gaan volgen. Te beginnen bij de eigen omgeving en verder in binnen- en buitenland (Handelingen 1 vers 8, Romeinen 1 vers 16, 1 Petrus 2 vers 9 en 10).
Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’
Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken.
Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken.
Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’