Leendert begint met verwarring en pijn die hij voelt na heftige gebeurtenissen; hij worstelt met boosheid over onrecht en met de vraag hoe vrijheid en liefde samen kunnen gaan in deze wereld. Tegelijk is er bij hem een diep geloof dat God groter is dan alles wat we meemaken en dat ondanks onrecht, verlies of verdriet, Jezus gekomen is om verbinding te herstellen tussen God en de mensen. Hij benadrukt dat Gods liefde en goedheid niet afhankelijk zijn van wat er gebeurt, maar dat die vaste karaktertrekken zijn.
In de preek maakt Leendert een onderscheid tussen logos en rema. Logos is het vaste, algemene Woord van God zoals dat in de Bijbel is geschreven, de eeuwige waarheid, de fundamenten. Rema is het woord van God dat op een concreet moment, in een persoonlijke situatie, relevant wordt en je leven raakt – iets dat plotseling op je af komt, je inspireert, je meeneemt. Hij moedigt aan om niet alleen de kennis van God na te streven via logos, maar om ontvankelijk te zijn voor de rema‑momenten waarin Gods woord levend wordt in jouw situatie.
Leendert verwijst naar Efeziërs 2 om duidelijk te maken dat wie in Christus gelooft, volgens deze bijbeltekst “levend is gemaakt” ondanks vroegere dood (door zonde), dat we door genade gered zijn, niet door eigen werken, en dat we nu “gezet zijn in de hemelse gewesten” met Christus. Dat wil zeggen dat onze verbondenheid met God niet alleen iets voor later is, maar invloed moet hebben op hoe we nú leven. Hij roept op om meer te gaan leven vanuit wie je in Christus bent – als erfgenaam, gezegend met liefde, vrede, vrijheid, genezing.
Verder spreekt hij over het belang van dromen, van groot denken in geloof – niet beperkt blijven tot wat we gewend zijn of wat ons geleerd is; het lef hebben om God groot te vragen. Hij wijst erop dat we vaak klein denken over onze erfenis in God, onze zegeningen over het hoofd zien, en te snel tevreden zijn met weinig. Hij daagt uit om open te zijn in hart en hand, om te vragen, om te overgeven wat je vast probeert te houden.
Essentieel in zijn oproep: bekering, doop, vervulling met de Heilige Geest. Niet als loze formaliteit, maar als realiteit: je oude leven afleggen, opstaan in nieuw leven, je geest laten vervullen zodat het Woord Gods (logos) rema wordt in jouw leven; dat je Gods aanwezigheid werkelijk ervaart, dat je getuige bent in het alledaagse, en dat je in relatie met God groeit – door lezen van de Bijbel, gebed, stilte, aanbidding.
Leendert sluit af met een gebed dat God opnieuw vuur in de harten wekt, dat we niet stil blijven staan, maar in beweging komen – beschikbaar om te dienen, om te geven en om te ontvangen, om Gods liefde zichtbaar te maken. Hij spoort aan om te leven vanuit wie we zijn in Christus, niet vanuit gebrek, angst of onzekerheid, maar vanuit erfenis, genade en vertrouwen dat God wil geven wat wij nodig hebben.