Samenkomst
Als Baptistengemeente Tiel komen wij iedere zondagochtend om 10:00 uur samen in deze prachtige locatie namelijk de St. Ceciliakapel.
Bereikbaarheid
Deze lokatie ligt op zeer korte loopafstand van de parkeergarage Westluidense Poort .
Vanuit de parkeergarage kunt u de route richting theater Agnietenhof volgen. De kerk bevindt zich recht tegen over de ingang van theater Agnietenhof.
Voor parkeer tarieven kijk hier (op zondag is de parkeergarage gratis).
Historie
De kapel behoorde tot het voormalige Caeciliaklooster van Regularissen of Augustinessen die voor het eerst vermeld wordt in 1494. In dit jaar werd een overeenkomst gesloten tusschen Nicolaas van Teefelen, pastoor van Tiel, en de kloosterlingen, inhoudend, dat de nonnen die hier vroeger zonder geloften tezamen hadden geleefd, kort tevoren tot een besloten kloosterleven waren overgegaan, waarom zij van de parochiekerk geëximeerd werden.
Het kloostererf strekte zich uit van de Kerkstraat, langs den Achterweg en achter de huizen van de Ambtmansstraat (toen de Hoochstraat geheeten), tot achter het erf van het in 1525 gebouwde Ambtmanshuis.
Na het uitbreken van den tachtigjarige oorlog, zochten de Predikheeren van het klooster Westroijen, buiten Tiel, een toevlucht in het Caeciliaklooster, welk verblijf in 1576 op last van de Raden van Gelderland werd verlengd.
Bij den overgang der stad aan de Hervormden, in 1578, moesten de kloosterlingen al hare goederen, volgens inventaris, aan de magistraat overgeven.
De ambtman Derk Vijgh kocht 1583 en 1612 gedeelten van de kloostergronden ter vergrooting van het erf van het Ambtmanshuis. Het kloostergebouw blijkt in 1606 zoodanig “ruineert, das hetselbige nicht reparabell”.
In 1609 werden de goederen van het Caeciliaklooster publiek verpacht. Het klooster schijnt, met uitzondering van de kapel, voor 1621 te zijn gesloopt.
De kerk werd in 1633 voor de Hervormden eeredienst ingericht. Den 26sten September 1634 werd er de eerste predikdienst gehouden.
In 1809 stond de stad het gebouw af aan de Nederlands Hervormde gemeente, onder voorwaarde, dat de Luthersche gemeente hierin, tegen een geringe vergoeding, hare godsdienstoefeningen zou blijven houden.