Wat wij geloven

Wat wij geloven

Deze uitwerking is gebaseerd op het Woord van God en het volbrachte werk van de Here Jezus.

  • Er is één God die eeuwig bestaat en Zich in Zijn Woord openbaart als Vader, Zoon en Heilige Geest, die elk in gelijke mate al de eigenschappen van de Godheid bezitten en de kenmerken van een persoonlijkheid hebben. Deze ene God is de Schepper van het totale universum (Genesis 1 vers 1 t/m 2 vers 3, Jesaja 40 vers 18, 25 en 28, Johannes 1 vers 1 t/m 3).
  • Jezus Christus is waarachtig God en waarachtig mens, geboren uit de maagd Maria. Hij heeft vrijwillig plaatsvervangend geleden en is gestorven aan het kruis voor de zonden van de gehele mensheid; Hij is lichamelijk opgestaan uit de dood en Hij voer lichamelijk op naar de hemel waar Hij zit aan de rechterhand van de Vader en Hij zal terugkomen in macht en heerlijkheid (Johannes 1 vers 1 t/m 4 en 10, Jesaja 7 vers 14, Jesaja 53 vers 1 t/m 5, Handelingen 1 vers 9 t/m 11).
  • Jezus Christus is de Waarheid, het Leven en de enige Weg tot God. Alleen door het offer van Jezus Christus te aanvaarden ontvangen mensen eeuwig leven. Mensen die zijn offer afwijzen hebben geen deel aan het eeuwige leven met Jezus Christus (Johannes 14 vers 6, 3 vers 16 t/m 18, Handelingen 4 vers 12).
  • De mens werd oorspronkelijk geschapen naar Gods beeld. Hij zondigde door God niet te gehoorzamen; zo raakte hij vervreemd van zijn Schepper. Die historische zondeval bracht alle mensen onder het goddelijk oordeel. Ieder mens moet opnieuw geboren en vernieuwd worden door de Heilige Geest (Johannes 1 vers 12 en 13, 3 vers 3 en 36).
  • Het is een zekerheid van iedereen die opnieuw geboren is door de Heilige Geest, dat zij zeker mogen zijn van vergeving van hun zonden en eeuwig leven vanaf het moment dat zij hun vertrouwen stelden op Jezus Christus als Verlosser. Deze zekerheid is niet gebaseerd op enige menselijke verdienste, maar wordt voortgebracht door het getuigenis van de Heilige Geest, die in de gelovige het getuigenis van God in zijn geschreven Woord bevestigt (Johannes 16 vers 8 t/m 11, Romeinen 8 vers 1 en 14 t/m 17).
  • Deel worden van de gemeente kan alleen door bekering, geloof, en de waterdoop door onderdompeling op het getuigenis van het geloof in Jezus Christus (Handelingen 2 vers 28, Romeinen 6 vers 3 t/m 5)
  • Iedereen die opnieuw geboren is heeft, naar de belofte van God, zijn Geest ontvangen. Met het ontvangen van de Heilige Geest ontvangen wij ook zijn geestelijke gaven. God wil ons door zijn Geest en de door Hem geschonken gaven gebruiken om Zijn Koninkrijk te bouwen (Romeinen 12 vers 3 t/m 8, 1 Korintiërs 12 vers 1 t/m 31)
  • De enige basis van ons geloof is de Bijbel, Gods onfeilbaar geschreven Woord, de zesenzestig boeken van het Oude en Nieuwe Testament. Alleen de Bijbel is woordelijk en volkomen geïnspireerd door de Heilige Geest en de oorspronkelijke handschriften zijn zonder fouten geschreven. De Bijbel is als enige volkomen gezaghebbend in alle zaken waarover het spreekt (2 Timoteüs 3 vers 16 en 17).
  • Jezus Christus is het Hoofd van zijn Gemeente, Zijn Lichaam, dat bestaat uit alle mensen, levenden en doden, die aan Hem verbonden zijn door het verlossend geloof. De Gemeente als Lichaam van Jezus Christus manifesteert zich in verschillende structuren van kerken en gemeenten (Efeziërs 1 vers 22 en 5 vers 23, Kolossenzen 1 vers 18).
  • Het priesterschap van alle gelovigen. Dat betekent een gemeenschap van gelovigen die samenkomt voor aanbidding, getuigenis en dienstbaar zijn aan elkaar en de omgeving. Ieder lid heeft een rol, in onderwijs, delen van het geloof, evangelisatie, sociale betrokkenheid, pastoraat, begeleiding, dienen, profetisch inzicht, gebed, genezing, organisatie en gastvrijheid. En samen verder zoeken en bidden om Gods wil voor de gemeente te ontdekken (1 Petrus 2 vers 5 en 9).
  • De Here Jezus Christus gaf aan alle gelovigen de opdracht het Goede Nieuws in de gehele wereld te vertellen en om mensen van alle volken tot zijn discipelen te maken. De vervulling van die Grote Opdracht vergt dat alle wereldlijke en persoonlijke ambities ondergeschikt worden gemaakt aan een totale overgave aan Jezus Christus (Matteüs 28 vers 19 en 20, Marcus 16 vers 15, Lucas 24 vers 46 t/m 48, Johannes 20 vers 21 t/m 23, Handelingen 1 vers 8).