De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk: ‘Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Nu waren ze nog meer ontzet, en ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ — Marcus 10:24-27
In Marcus 10:24-27 lezen we dat Jezus zijn discipelen vertelt hoe moeilijk het is voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan. Hij vergelijkt het met een kameel die door het oog van een naald gaat, wat voor de discipelen onvoorstelbaar lijkt. Maar Jezus zegt, “Bij de mensen is het onmogelijk, maar niet bij God, want bij God zijn alle dingen mogelijk.”
Dit gedeelte nodigt ons uit om na te denken over onze relatie met materiële rijkdom en hoe die ons kan beperken in onze spirituele groei. Het is niet verkeerd om rijk te zijn, maar het kan wel een obstakel vormen als het ons afleidt van wat echt belangrijk is: onze relatie met God en het liefhebben van anderen.
Jezus herinnert ons eraan dat de zaken van deze wereld ons niet mogen vastleggen, omdat het koninkrijk van God toegankelijk is voor iedereen die zijn vertrouwen in Hem stelt. Het is een oproep tot nederigheid en de erkenning dat, hoe onmogelijk de situatie voor ons ook lijkt, bij God niets onmogelijk is.
Laten we onze aandacht richten op datgene wat ons spiritueel rijk maakt en erop vertrouwen dat God de weg kan vrijmaken, zelfs als de uitdagingen te groot lijken.