God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. — Genesis 1:31
Wanneer we Genesis 1:31 lezen, zien we dat God na het voltooien van Zijn schepping alles bekijkt en zegt dat het “zeer goed” is. Dit lijkt misschien een simpele uitspraak, maar het herinnert ons eraan hoe prachtig en waardevol de schepping is in de ogen van God.
In ons drukke dagelijkse leven kunnen we soms vergeten om stil te staan bij de schoonheid en perfectie die God in de wereld heeft gelegd. Alles wat we om ons heen zien, van de kleinste bloem tot de grootste bergen, is door Hem met zorg en liefde gemaakt. En dat geldt ook voor ons als mensen.
Deze passage daagt ons uit om dieper na te denken over onze plaats in de schepping. Zijn onze daden en gedachten ook “zeer goed”? Beseffen we hoe uniek en kostbaar we zijn in de ogen van onze Schepper?
Het is een uitnodiging om met dankbaarheid naar de wereld en naar onszelf te kijken. Om de goedheid in alles te zien en te waarderen dat we een deel zijn van deze wonderbaarlijke schepping. Het herinnert ons eraan dat we zuinig moeten zijn op alles wat God heeft gemaakt, inclusief onszelf en de relaties die we hebben.
Laten we proberen om in ons dagelijkse leven die goedheid te weerspiegelen en te streven naar een wereld waarin alles steeds weer als “zeer goed” kan worden gezien.