Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God, de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het lam. De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht. De volken zullen in haar licht leven en de koningen op aarde betuigen daar hun lof. — Openbaring 21:22-24
Wanneer we nadenken over Openbaring 21:22-24, worden we meegenomen naar een visioen van de nieuwe wereld waarin God zelf het centrum is. Johannes vertelt ons dat er in de nieuwe stad geen tempel nodig is, want de Heer God zelf is de tempel, samen met het Lam. Dit herinnert ons eraan dat God altijd nabij is, en dat we Hem overal en altijd kunnen ontmoeten, zonder een specifieke plek nodig te hebben.
Het licht in deze stad komt niet van de zon of de maan, maar van de heerlijkheid van God en het Lam. Dit licht is zo krachtig dat het al het duister verdrijft en geen ruimte laat voor onzekerheid of angst. Stel je voor hoe het is om te leven in een wereld waar alles verlichting vindt in de goedheid en liefde van God. Het biedt een gevoel van hoop en een beeld van een toekomst vol vreugde en vrede.
En dan, het idee dat de volken in dit licht zullen wandelen en de koningen van de aarde hun pracht en praal naar de stad zullen brengen, laat ons zien dat diversiteit en rijkdom niet verdwijnen, maar opgaan in de harmonie van Gods nieuwe wereld. Iedereen draagt bij aan de schoonheid en het leven van deze plaats, ongeacht achtergrond of verleden.
Wat kunnen we hier vandaag van leren? Misschien herinnert deze passage ons eraan om in ons eigen leven naar die nabijheid van God te zoeken. Niet alleen op speciale dagen of op specifieke momenten, maar in elk aspect van ons dagelijks leven. En dat, wanneer we ons in Zijn licht begeven, we een kanaal van hoop en vreugde voor anderen kunnen zijn. In deze tijd vol uitdagingen, laten we steeds verlangen naar de stad waar God zelf het centrum is, en laten we die hoopvolle glimp al hier op aarde weerspiegelen.