Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ — Openbaring 21:3-4
In Openbaring 21:3-4 lezen we over een ongelooflijke belofte, een visioen van een nieuwe wereld waar tranen, pijn en verdriet tot het verleden behoren. Het beschrijft een tijd waarin God zelf bij de mensen zal wonen en alle leed zal wegnemen. Dit is een krachtig beeld dat ons hoop en troost biedt in moeilijke tijden.
Stel je voor: een plek waar er geen ziekte is, geen ruzies, en waar liefde heerst. Het is een toekomst die ons eraan herinnert dat ons huidige lijden niet het einde is. Vaak voelen we ons overweldigd door de uitdagingen van het leven, maar deze verzen roepen ons op om te hopen op en te streven naar een betere toekomst.
Voor jongeren tussen 18 en 30 jaar kan het leven soms aanvoelen als een grote chaos, vol onzekerheden over studie, werk, relaties en de toekomst. Deze passage uit Openbaring biedt een perspectief dat verder reikt dan onze huidige omstandigheden: het herinnert ons eraan dat er een dag zal zijn waarop alle gebrokenheid zal worden hersteld.
Laten we ons hierdoor laten inspireren om, ondanks de moeilijkheden van vandaag, de liefde en het licht van God te weerspiegelen in ons dagelijks leven. We kunnen bijdragen aan een stukje van die nieuwe wereld door hoop, troost en vreugde te brengen aan de mensen om ons heen.