Want wat zegt de Schrift? ‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’ Iemand die zijn loon verdient, krijgt het niet als een gunst maar als een recht. Maar iemand zonder verdienste, die echter vertrouwt op hem die de schuldige vrijspreekt, wordt vanwege zijn vertrouwen rechtvaardig verklaard. — Romeinen 4:3-5
In Romeinen 4:3-5 lezen we over Abraham en zijn geloof. Hier draait het om de kracht en de beloning van geloof, iets dat vandaag de dag nog steeds relevant is. Abraham wordt als rechtvaardig gezien niet door zijn daden of prestaties, maar door zijn geloof in God. Het is goed om te beseffen dat het dus niet gaat om hoeveel goede werken we verrichten om in een goed daglicht te staan, maar om het vertrouwen dat we hebben in Gods beloften.
In ons moderne leven worden we vaak beoordeeld op wat we doen, hoe succesvol we zijn, of hoe we ons profileren. Maar met deze verzen worden we eraan herinnerd dat het er echt om gaat hoe diep ons geloof geworteld is. Het biedt ons de geruststelling dat we niet perfect hoeven te zijn, dat we mogen falen en twijfelen, zolang we ons geloof in God blijven hebben.
Dit geloof is als een fundament, het zorgt ervoor dat we ook in moeilijke tijden hoop en vertrouwen kunnen houden. Het evangelie leert ons dat Gods genade en liefde ons dragen, ongeacht onze tekortkomingen. Zoals Abraham gecertificeerd werd door zijn geloof, zo mogen ook wij ons waardig weten door te geloven. Dus, laten we niet vergeten dat ons geloof, op zichzelf, al een krachtig getuigenis is van onze relatie met God.