Ik weet: mijn redder leeft, en hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen. Hoezeer mijn huid ook is geschonden, toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen. Ik zal hem aanschouwen, ik zal hem met eigen ogen zien, ik, geen ander, heel mijn binnenste smacht van verlangen. — Job 19:25-27
In Job 19:25-27 laat Job ons een krachtige en hoopvolle boodschap zien, zelfs midden in zijn diepste lijden en wanhoop. Hij zegt dat hij weet dat zijn Verlosser leeft en dat Hij uiteindelijk op aarde zal ingrijpen. Dit getuigt van Jobs diepe vertrouwen in God, ondanks de ellende die hem treft.
Wat me raakt, is dat Job niet alleen gelooft in de komst van een verlosser, maar dat hij ook zeker is dat hij God met zijn eigen ogen zal zien. Dit is zoveel meer dan gewoon geloven in de toekomst; het is een persoonlijke verwachting van herstel en ontmoeting met God. Job laat zien dat, ongeacht hoe zwaar de storm is waar je doorheen gaat, er altijd hoop is aan de horizon.
Voor ons vandaag de dag is deze tekst een herinnering dat, zelfs als alles om ons heen instort en we misschien de hoop verliezen, we een Verlosser hebben die leeft. Dit geloof kan ons de kracht geven om vol te houden en uit te zien naar de dag waarop we de volmaaktheid van Gods plan in ons leven zullen zien. Laten we, net als Job, vasthouden aan dit geloof en hoop, zelfs als alles donker lijkt.