Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ — Romeinen 10:9-11
In Romeinen 10:9-11 staat er een krachtige boodschap over geloof en belijdenis. Paulus legt hier uit dat, als je met je mond erkent dat Jezus de Heer is en gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, je gered zult worden. Het gaat niet alleen om wat we geloven in ons hart, maar ook om wat we uitspreken met onze mond. Het is eigenlijk een oproep om niet alleen in ons hart te geloven, maar ook om dat geloof zichtbaar te maken in ons leven.
Voor veel mensen kan het spannend zijn om zo openlijk voor je geloof uit te komen, zeker in de maatschappij van vandaag waar meningen makkelijk botsen. Maar wat Paulus duidelijk wil maken, is dat het niet gaat om wat anderen denken, maar om de relatie die je hebt met God. Die persoonlijke keuze om Jezus als Heer te erkennen, betekent dat je Zijn liefde en redding in je leven toelaat.
Als jonge mensen worden we vaak geconfronteerd met keuzes en stemmen die ons afleiden van wat echt belangrijk is. Deze verzen herinneren ons eraan dat geloof niet iets is wat je alleen “in je hoofd” beleeft; het vraagt om actie, om durf om naar buiten te treden en je geloof uit te dragen. Juist die combinatie van geloven en het uitspreken daarvan maakt dat je standvastig kunt zijn, zelfs als je voor uitdagingen komt te staan.
Het nodigt ons uit om na te denken: hoe kunnen we in ons dagelijks leven laten zien wat we geloven? En hoe zorgen we ervoor dat die woorden en daden elkaar versterken? Het is een avontuur waarin we steeds weer mogen ervaren dat geloven in Jezus ons richting en betekenis geeft, ongeacht wat anderen denken of zeggen.