Wie buiten u heb ik in de hemel? Naast u wens ik geen ander op aarde. Al bezwijkt mijn hart en vergaat mijn lichaam, de rots van mijn bestaan, al wat ik heb, is God, nu en altijd. — Psalmen 73:25-26
In Psalmen 73:25-26 lees ik de woorden van iemand die hun vertrouwen volledig in God stelt: “Wie heb ik behalve u in de hemel? Naast u vind ik nergens vreugde. Al zou mijn lichaam en mijn hart vergaan, de rots van mijn bestaan, dat is God, hij is voor eeuwig mijn deel.”
Deze verzen raken me omdat ze ons eraan herinneren wat er echt toe doet. We leven in een wereld vol afleiding en materiële dingen waarmee we ons veilig en gelukkig proberen te voelen. Soms verwarren we de zoektocht naar tijdelijke voldoening met echte vreugde. Maar uiteindelijk zijn die dingen vergankelijk en kunnen ze ons niet het diepe gevoel van vrede en zekerheid geven waar we allemaal naar verlangen.
Deze passage moedigt ons aan om dieper te kijken en ons hart te richten op de eeuwige waarheid en liefde die we in God vinden. Het herinnert ons eraan dat, als alles om ons heen wegvalt, God nog steeds stevig op zijn plek blijft staan als ons fundament. Hij is de constante in een wereld vol veranderingen. Deze wetenschap kan ons helpen rust te vinden in momenten van onzekerheid en kracht te putten uit de wetenschap dat we niet alleen zijn.
Laten we vandaag reflecteren op wat er werkelijk belangrijk is en ons vertrouwen en onze hoop in God stellen, die altijd bij ons is en nooit verandert.