De preek van Menno op Palmzondag draait om de betekenis van Jezus’ intocht in Jeruzalem en de diepe relevantie daarvan voor ons dagelijks leven. Hij begint met het bijbelverhaal waarin Jezus op een ezel Jeruzalem binnenkomt terwijl mensen hem verwelkomen met palmbladeren en roepen: “Hosanna”, wat letterlijk “help, red mij” betekent. Dit is geen lofzang zoals we vaak in de kerk denken, maar een roep om hulp uit een situatie van onderdrukking, angst, ziekte en tekorten — situaties die we ook vandaag herkennen.
Menno maakt duidelijk dat de mensen toen vooral bezig waren met hun eigen noden, net zoals wij dat nu vaak zijn. Hij benadrukt dat Jezus niet op een machtig paard kwam, maar op een ezel – een teken van vrede, nederigheid en nabijheid. Jezus komt niet met aardse macht, maar met liefde, bewogenheid en een oproep om niet bang te zijn.
Hij verbindt dit verhaal aan onze huidige zorgen: economische onzekerheid, oorlogsdreiging, ziekte, zorgen over kinderen, relaties of onze toekomst. Ondanks deze zorgen nodigt Jezus ons uit om te vertrouwen, om te zien naar hoe God altijd heeft voorzien – in grote dingen, maar ook in het kleine en alledaagse.
Menno deelt persoonlijke verhalen over hoe God in zijn leven heeft voorzien, zelfs toen er weinig was, en hoe dit een getuigenis is van Gods trouw. Hij wijst op de natuur – het ritme van de seizoenen, de vogels, de bloemen – als een voortdurende bevestiging dat er altijd een nieuwe morgen komt. God heeft alles in de hand en is betrokken bij ons leven, juist in het gewone, het gebroken en het kwetsbare.
Tot slot herinnert Menno aan de woorden van Jezus in Mattheüs 6: maak je geen zorgen. Zoek eerst het Koninkrijk van God, vertrouw op zijn voorziening, ook al is de uitkomst op aarde niet altijd zoals we hopen. Door Jezus te erkennen als Koning, door onze identiteit af te leggen zoals de mantels op de weg, maken we ruimte voor zijn vrede in ons hart. De preek eindigt met de uitnodiging om God te aanbidden met heel ons hart, als antwoord op die oude maar nog steeds actuele roep: “Hosanna – help ons, Heer.”