Deze preek van Geert is de start van een serie over de drievuldigheid van God, Elohim: Vader, Zoon en Heilige Geest. Al vanaf het begin van de Bijbel — bij de schepping — wil Geert benadrukken dat deze drie personen vanaf de eerste hoofdstukken zichtbaar zijn, ondanks dat we in het Nederlands meestal spreken van één God. Hij legt uit dat in het Hebreeuws het woord “Elohim” in meervoud is, en zelfs in de allereerste letters van de Bijbel hints verstopt zitten: de eerste drie letters (bet-resj-alef) verwijzen naar “tent” (samen zijn) en tegelijk naar Ben, Roeg, Av (Zoon, Geest, Vader). Verder noemt hij de verborgen Alef en Tav in het midden van Genesis 1 die wijzen op Jezus (de Alfa en de Omega), en de Geest die boven het water zweeft bij de schepping als de liefdevolle uitvoerder van het plan van de Vader.
Geert benadrukt de unieke functies en karaktertrekken van de drie: de Vader als het hart en het origineel, de Zoon als de zichtbare manifestatie en uitvoerder (Jezus die zich laat dopen bij het begin van zijn bediening), en de Heilige Geest als de stille, liefdevolle kracht die dingen mogelijk maakt en ons leidt.
Ook de zegeningen tonen volgens Geert voortdurend deze drieheid. Hij laat zien hoe in 2-Korinthiërs 13 opgenomen is: “de genade van de Here Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen.” Daarmee koppelt hij telkens de verschillende rollen aan: Jezus als genadelievende Heer, de Vader als liefdevolle bron, en de Geest als intieme gemeenschap.
In het Oude Testament, bij de priesterlijke zegen in Numeri 6, ziet Geert weer die drie-eenheid: God die beschermt (Jezus als beschermer), God die Zijn aangezicht (gezicht als karakter en emotie) laat schijnen (de Vader), en die vrede schenkt door de Geest die aandachtig nabij is.
Ook in Openbaring herkent hij drie, bijvoorbeeld “Hij die is, die was en die komt” (de Vader), de “zeven geesten” (de Geest), en Jezus Christus als de getrouwe getuige, eerstgeborene en vorst. Hij benadrukt hoe zelfs engelen in hun “Heilig, heilig, heilig”-aanbidding de drieheid herkennen.
Deze introductie is bedoeld als fundament voor de serie: eerst zullen de volgende preken ingaan op de Zoon (Jezus), dan op de Geest en vervolgens op de Vader, met als einddoel dat we uiteindelijk in het veilige omhelzing van de Vader mogen zijn. Geert beoogt dat we niet alleen op theologisch vlak groeien, maar ook innerlijke genezing, gerechtigheid en transformatie ervaren.
Met deze preek nodigt Geert de gemeente uit om dieper te gaan dan oppervlakkig geloof en om ieder van de drie personen van de godheid persoonlijk te leren kennen en in relatie te ervaren: de aantrekkende liefde van Jezus, de genezende nabijheid van de Geest en de troostende hartslag van de Vader.