De preek “Gebruik je talenten” van Eugene gaat over de gelijkenis van de talenten uit Mattheüs 25, waarin Jezus vertelt over een heer die zijn dienaren elk een bepaald aantal talenten toevertrouwt voordat hij op reis gaat. Wanneer de heer terugkeert, blijkt dat twee dienaren hun talenten hebben verdubbeld door ermee te werken, terwijl de derde zijn talent in de grond heeft begraven uit angst en wantrouwen. Eugene legt uit dat deze gelijkenis niet slechts een oud verhaal is, maar een spiegel voor ieder van ons.
Hij benadrukt dat God ieder mens talenten en gaven heeft toevertrouwd – natuurlijke vermogens en geestelijke gaven – met het doel dat we ze gebruiken om anderen te dienen en zijn Koninkrijk te bouwen. Ieder ontvangt naar zijn of haar bekwaamheid, en God verwacht niet dat we meer doen dan we aankunnen, maar wel dat we trouw zijn met wat we hebben gekregen. Eugene waarschuwt dat angst, luiheid of teleurstelling ertoe kunnen leiden dat we onze talenten begraven, net als de derde dienaar. Dat gebeurt vaak wanneer mensen het geloof verliezen dat God iets waardevols in hen heeft gelegd of wanneer ze ontmoedigd zijn geraakt door mislukkingen of gebrek aan erkenning.
De kernboodschap is een oproep om de talenten die God ons heeft gegeven opnieuw op te graven en in te zetten. Eugene moedigt zijn luisteraars aan om niet te klein van zichzelf te denken en om het beeld dat ze van God hebben te herzien: Hij is geen strenge meester die oordeelt, maar een liefdevolle Heer die vreugde vindt in onze trouw en inzet. Wie met zijn talenten aan de slag gaat, zal overvloed ervaren en mag uiteindelijk de woorden horen: “Goed gedaan, goede en trouwe dienaar.”
De preek sluit af met een gebed waarin Eugene vraagt dat God iedereen helpt om zijn of haar gaven met vreugde te gebruiken, teleurstellingen te genezen en vertrouwen te herstellen, zodat ieder in zijn of haar omgeving een zegen kan zijn.