Vasten; afhankelijk en beschikbaar

Vasten; afhankelijk en beschikbaar

In zijn preek bespreekt Leendert het thema vasten — niet slechts als een ritueel of vorm, maar als een innerlijke houding waarbij we afhankelijk worden van God en ons beschikbaar stellen voor Hem. Hij begint met een persoonlijk voorbeeld: hij had gepland om ‘slechts’ een rondje in de buurt te lopen, maar voelde dat God hem uitdaagde naar Tiel te gaan, tijd te nemen om te bidden en zich af te keren van zijn drukke agenda. Zo toont hij hoe vasten begint met een bewuste keuze om tijd en ruimte voor God te maken.

Leendert haalt het gedeelte aan uit Matteüs 6 waarin Jezus spreekt over liefdegaven, gebed en vasten — en telkens benadrukt: “Doe het niet zoals de huichelaars … maar doe het zo”. Hij legt uit dat vasten dezelfde geestelijke structuur heeft als geven of bidden: het gaat niet om uiterlijk vertoon of prestatie, maar om verborgen overgave aan God. Vasten betekent dat je nét die ene dag of dat ene moment bewust kiest om je lichaam, je eigen wil of verlangens opzij te zetten, zodat God ruimte krijgt.

Verder benadrukt hij dat vasten in de Bijbel vrijwel altijd verband houdt met vernedering, inkeer, zoeken van God en gebed — en dat het daarmee een krachtige sleutel kan zijn tot doorbraak in je eigen leven, en zelfs in de kring van een gemeente of een stad. Hij roept de gemeente in Tiel daarom op om vanaf nu elke maandag — zes weken lang voorafgaand aan kerst — één dag bewust te vasten én te bidden. Niet per se full-fasten, maar tijd en ruimte nemen waarin je iets laat staan (een maaltijd, een gewoonte) en in plaats daarvan extra aandacht geeft aan God en de stad Tiel.

Leendert deelt ten slotte dat hij zelf vaak merkt dat hij tijdens een vastendag vooral honger ervaart of worstelt — maar dat het achteraf duidelijk wordt dat er iets veranderd is: in zijn relatie met God, in de bereidheid en beschikbaarheid. Hij moedigt aan om vasten niet te zien als een verplichting, maar als een oefening: “Niet ik bepaal wat er gebeurt, maar God bepaalt wat er gebeurt.” Hij sluit met een gebed waarin hij zegt dat de gemeente beschikbaar wil zijn, dat God verhoogt wie zichzelf vernedert, en dat zij samen verwachten dat God door deze stap ruimte zal maken, zowel persoonlijk als in de stad.