De preek van Geert, met de titel “Juda en de sleutel van David,” benadrukt de kracht en het belang van aanbidding in het christelijk leven. Aanbidding wordt niet gezien als een religieuze plicht, maar als een diepe, intieme relatie met God. Het is een expressie van liefde en overgave, waarbij het hart belangrijker is dan uiterlijke daden. Geert illustreert dit met persoonlijke verhalen en Bijbelse voorbeelden, zoals de genezing van een vrouw door de aanbidding van een vriendin, en de Bijbelse verhalen van Jericho, koning Josafat en koning David.
Centraal in de preek staat het idee dat aanbidding niet alleen ons hart transformeert, maar ook Gods koninkrijk op aarde vestigt. Dit wordt beschreven als een sleutel die deuren opent die niemand kan sluiten en sluit wat niemand kan openen. Aanbidding brengt Gods aanwezigheid en kracht, leidt tot overwinning in moeilijke situaties, en versterkt ons geestelijk leven.
Geert benadrukt hoe David, een man naar Gods hart, zowel een groot aanbidder als een groot koning was. Hij plaatste aanbidding in het centrum van zijn koninkrijk door de ark van het verbond in een tent te plaatsen, omringd door voortdurende lofzang en gebed. Dit symbool van Gods troon toont hoe koningschap en aanbidding diep met elkaar verweven zijn. Jezus, de Leeuw van Juda en de zoon van David, zet deze lijn voort en wordt gezien als het ultieme voorbeeld van aanbidding en koningschap.
De preek sluit af met een blik op de hemelse troonzaal uit Openbaring. Hier wordt God voortdurend aanbeden door engelen, ouderlingen en schepselen. Geert moedigt gelovigen aan om, als priesters en koningen, hun leven te richten op aanbidding en intieme verbinding met God. Hij benadrukt dat aanbidding niet alleen een moment is, maar een levensstijl die kracht, vrede en herstel brengt, zowel in ons persoonlijke leven als in de geestelijke wereld.