De preek van Menno Colijn met de titel “Wandel met Jezus” benadrukt het belang van wandelen met God in plaats van alleen in Hem te geloven. Menno begint met het delen van zijn ervaring op een bijbelschool, waar hij sprak over roeping. Hij beschrijft dat roeping vaak wordt opgeblazen tot iets groots, maar het in wezen niet meer is dan de titel van je levensboek, dat stap voor stap wordt geschreven.
Menno legt de nadruk op Noach, die ondanks de verdorven wereld om hem heen met God wandelde. Hij noemt het verschil tussen geloven in God en wandelen met God: geloven is een stap, maar wandelen is veel intiemer. Het beeld van wandelen, zoals Noach deed, symboliseert nabijheid, rust, en een diepere relatie met God. Net zoals Noach een Ark bouwde als reddingsmiddel, staat deze Ark symbool voor Jezus en het kruis, waar verzoening en bescherming worden gevonden.
Noach bouwde de Ark als gehoorzaamheid aan Gods oproep om de mensheid te redden. Menno legt uit dat de Ark van binnen en buiten werd ingesmeerd met pek, wat symbool staat voor verzoening. Dit wordt verbonden met het offer van Jezus, dat de ultieme verzoening biedt. Menno eindigt met de boodschap dat wandelen met God een dagelijkse toewijding is en dat we net als Noach in een verdorven wereld dicht bij God kunnen blijven.
Hij roept de toehoorders op om niet alleen in God te geloven, maar ook daadwerkelijk met Hem te wandelen en intiem met Hem te zijn.