De preek van Marcel ging over “De God van het onmogelijke.” Hij begon met het verhaal van Sadrach, Mesach en Abednego, die weigerden te buigen voor een afgodsbeeld en daardoor in een vuuroven werden gegooid. Hun vertrouwen in God was onwankelbaar, zelfs als Hij hen niet zou redden. Marcel benadrukte dat God ons niet altijd bevrijdt uit moeilijke situaties, maar wel altijd met ons is, zoals Hij zichtbaar naast de drie mannen stond in de oven.
Vervolgens besprak hij het verhaal van Lazarus uit Johannes 11, een man die op de achtergrond leek te staan, maar door Jezus uit de dood werd opgewekt. Dit wonder toont dat Jezus niet alleen kijkt naar de prominente of succesvolle mensen, maar juist ook naar hen die vergeten of zwak lijken. Het verhaal illustreert dat Gods timing anders is dan die van ons. Hoewel Jezus pas dagen na Lazarus’ dood arriveerde, bewees Hij dat niets onmogelijk is voor God.
Marcel deelde persoonlijke getuigenissen om te laten zien dat God nog steeds wonderen doet. Hij sprak over genezingen, gebedsverhoringen, en hoe God zelfs in de meest uitzichtloze situaties kan ingrijpen. Daarbij benadrukte hij dat ons geloof niet gebaseerd moet zijn op directe resultaten, maar op vertrouwen in Gods karakter en trouw.
De preek eindigde met een oproep om “stenen weg te rollen,” symbolisch voor barrières die ons scheiden van God, zoals zonde, wanhoop of ongeloof. Marcel moedigde iedereen aan om hun onmogelijke situaties bij Jezus te brengen en te geloven dat Hij werkt, zelfs in de donkerste momenten. Jezus nodigt ons uit om de controle los te laten en ons vertrouwen volledig in Hem te stellen.