Corné benadrukt dat het belangrijk is om als christenen in actie te komen en het goede nieuws van Jezus Christus te delen. Hij begint met een terugblik op eerdere preken over de doop en de heerlijkheid van God. Hij bespreekt hoe de discipelen in de bovenkamer wachtten op de kracht van de Heilige Geest en hoe ze daarna begonnen te getuigen over Jezus, die kwam om mensen te redden van hun zonden en de dood heeft overwonnen.
Corné benadrukt dat het wachten voorbij is en dat we nu aan de slag moeten. Hij verwijst naar een generatie die opgroeit zonder kennis van de Bijbel en God, en ziet dit als een kans omdat ze openstaan voor het evangelie. Hij moedigt iedereen aan om hun specifieke roeping te volgen, of dat nu is door te prediken, muziek te maken, of op andere manieren het goede nieuws te verspreiden.
Hij leest Jesaja 52:7 en Mattheüs 28:16-20 om te illustreren dat we geroepen zijn om vrede, redding en het koningschap van God aan te kondigen. Jezus heeft alle macht in hemel en op aarde en wij moeten daarom op weg gaan om alle volken tot Zijn leerlingen te maken. Dit betekent dat we moeten weten wie we zijn in Christus en Zijn liefde en autoriteit in de wereld moeten uitstralen.
Corné benadrukt dat iedereen een specifieke roeping heeft en dat we niet allemaal op dezelfde manier hoeven te getuigen. Hij roept de toehoorders op om uit hun comfortzone te stappen en in actie te komen, ongeacht de moeilijkheden. Hij eindigt met de boodschap dat hoewel we misschien niet altijd mensen tot Jezus kunnen brengen, we altijd Jezus bij de mensen kunnen brengen omdat Hij in ons leeft. Hij roept de gemeente op om niet in de kerkbanken te blijven zitten, maar het goede nieuws te delen en een getuigenis te zijn in de wereld.