Jezus aanraken

Jezus aanraken

Wij zijn erfgenamen van Christus, dus houd moed, raak Jezus aan en ga in de menigte naar Hem toe, ook als iedereen in de wereld dat niet doet. Ga dan juist door de menigte heen. Leg pijn en verdriet bij Hem neer en geloof dat wanneer je Jezus aanraakt hij niet met z’n rug naar je situatie toestaat, maar dat hij zich omdraait en kijkt.

Corné den Breejen gebruikt daarbij onderstaande tekst uit de Bijbel.

Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij Hem, en Hij bleef aan het meer. Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar Hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. Hij smeekte Hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde Hem en verdrong zich om Hem heen. Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn mantel van achteren aan, want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik genezen. En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht van Hem was uitgegaan. Midden in de menigte draaide Hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: ‘U ziet dat de menigte zich om U verdringt en dan vraagt U: “Wie heeft Mij aangeraakt?”’ Maar Hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had. De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar Hem toe en viel voor Hem neer en vertelde Hem de hele waarheid. Toen zei Hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered, mijn dochter; ga in vrede, u bent van uw kwaal genezen.’
Nog voor Hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?’

Markus 5:21-35