De preek van Eugene, getiteld “Op adem komen”, is een inspirerende overdenking gebaseerd op Psalm 23, waarin hij op beeldende en toegankelijke wijze uitlegt wat het betekent om God als herder te hebben. Hij begint met een symbolisch verhaal over twee schapen, waarvan er één vertelt over zijn slechte ervaringen met een huurling als herder, terwijl het andere schaap vol liefde spreekt over zijn goede herder – een directe verwijzing naar God.
Eugene benadrukt dat Psalm 23 geschreven is vanuit het perspectief van een schaap dat zijn herder kent en vertrouwt. Hij legt uit dat mensen in de Bijbel vaak met schapen worden vergeleken, omdat we kwetsbaar zijn, vatbaar voor angst, rivaliteit, irritaties en geestelijke honger. Alleen onder leiding van een goede herder – God – kunnen we tot rust komen, herstellen en groeien.
Hij bespreekt de vier voorwaarden waaronder een schaap tot rust kan komen: het moet vrij zijn van angst, rivaliteit, irritaties en honger. De herder speelt hierin een centrale rol: hij beschermt tegen gevaar, brengt rust in de kudde, zalft tegen irritaties zoals neusvliegen (symbool voor geestelijke last en verstoring), en leidt naar goede weiden en zuiver water – een beeld van geestelijke voeding en verfrissing.
Verder laat Eugene zien dat de herder niet alleen zorgt in voorspoed, maar ook door het dal van diepe duisternis leidt. Hij geeft richting met zijn staf en bescherming met zijn stok. Zelfs als het leven moeilijk is en het donker om ons heen, is Gods aanwezigheid voelbaar en leidt Hij ons naar hogere weiden.
Aan het eind van de preek keert Eugene terug naar het beeld van de twee schapen. Het gezonde schaap ziet hoe zijn herder het verwaarloosde schaap uitnodigt in zijn kudde. Deze uitnodiging geldt volgens Eugene ook voor ons: ongeacht hoe verloren of verwaarloosd we ons voelen, God nodigt ons uit om Hem te volgen. We mogen kiezen tussen blijven bij een slechte herder (zoals het leven zonder God) of overstappen naar de goede herder die overvloed en leven geeft.
Eugene eindigt met een persoonlijke getuigenis over hoe hij als vijftienjarige besloot Jezus te volgen, en hoe hij sindsdien door dalen is gegaan, maar nooit spijt heeft gehad van die keuze. Hij nodigt iedereen uit om na te denken over wie ze willen volgen in het leven en bidt tot slot voor rust, leiding en kracht voor ieder die luistert.