Pasen; een fabeltje of toch een feit ?

Pasen; een fabeltje of toch een feit ?

Het is Pasen, we vieren niet alleen dat Jezus hing aan het Kruis, maar het Kruis is leeg, het graf is leeg en Hij is opgestaan voor u en mij op de derde dag. Marcel Oosterkamp neemt ons mee aan de hand van de volgende gedeelten uit de Bijbel. Sommige mensen zijn sceptisch, geloven niet je geen lot uit de loterij hoeft te kopen om tot het eeuwige leven te komen. In deze preek komen onder andere de feiten naar voren die de meest sceptische mensen toch zouden moeten overtuigen.

Als nu van Christus gepredikt wordt dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen sommigen onder u dan zeggen dat er geen opstanding van de doden is?
En als er geen opstanding van de doden is, dan is Christus ook niet opgewekt.
En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof.
En dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn. Wij hebben namelijk van God getuigd dat Hij Christus heeft opgewekt, terwijl Hij Die niet heeft opgewekt als inderdaad de doden niet opgewekt worden.
Immers, als de doden niet opgewekt worden, is ook Christus niet opgewekt.
En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden.
Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren.
Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.
Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn.
Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens.
Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.
Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst.
Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan.
Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd.
De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood.
Immers, alle dingen heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen. Wanneer Hij echter zegt dat aan Hem alle dingen onderworpen zijn, is het duidelijk dat Hij Die Zelf alles aan Hem onderworpen heeft, hiervan is uitgezonderd.
En wanneer alle dingen aan Hem onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.
Wat zullen anders zij doen die voor de doden gedoopt worden, als de doden helemaal niet opgewekt worden? Waarom worden zij dan nog voor de doden gedoopt?
En waarom lopen wij dan elk uur gevaar?
Ik sterf elke dag, en betuig dit bij de roem die ik over u heb in Christus Jezus, onze Heere.
Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde dieren heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij, als de doden niet opgewekt worden? Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij.
Dwaal niet: slecht gezelschap bederft goede zeden.
Word op de juiste manier nuchter en zondig niet, want sommigen hebben geen kennis van God. Tot beschaming zeg ik u dit.

1 Korinthe 15:12-34

En op de eerste dag van de week ging Maria Magdalena vroeg, toen het nog donker was, naar het graf, en zij zag dat de steen van het graf weggenomen was.
Daarom snelde zij terug en ging naar Simon Petrus en naar de andere discipel, die Jezus liefhad, en zei tegen hen: Ze hebben de Heere uit het graf weggenomen, en wij weten niet waar zij Hem neergelegd hebben.
Petrus dan ging naar buiten, en de andere discipel, en zij kwamen bij het graf.
En die twee liepen samen, maar de andere discipel snelde vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf.
En toen hij vooroverboog, zag hij de doeken liggen, maar toch ging hij er niet in.
Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen.
En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats.
Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde.
Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan.
De discipelen dan gingen weer naar huis.
Maar Maria stond huilend buiten bij het graf en terwijl zij huilde, boog zij voorover in het graf,
en zij zag twee engelen in witte kleding zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had;
en die zeiden tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Zij zei tegen hen: Omdat ze mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet waar ze Hem neergelegd hebben.
En toen zij dit gezegd had, keerde zij zich naar achteren en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was.
Jezus zei tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Wie zoekt u? Zij dacht dat het de tuinman was, en zei tegen Hem: Mijnheer, als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem neergelegd hebt en ik zal Hem weghalen.
Jezus zei tegen haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tegen Hem: Rabboeni; dat betekent: Meester.
Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God.
Maria Magdalena ging en berichtte de discipelen dat zij de Heere gezien had en dat Hij dit tegen haar gezegd had.

Johannes 20:1-18