De preek van Corné met de titel “Voor alles is een tijd” richt zich op het Bijbelgedeelte Prediker 3:1-8, waarin Salomo beschrijft dat alles in het leven zijn eigen moment heeft. Corné benadrukt dat het leven uit seizoenen bestaat, waarin zowel vreugde als verdriet hun plaats hebben. Hij nodigt de luisteraars uit om het leven te omarmen zoals het is, zonder het mooier te maken dan de realiteit. Hij wijst erop dat Salomo, die bekend stond om zijn wijsheid, niet vroeg om rijkdom of macht, maar om een opmerkzaam hart, een les die ook voor ons vandaag de dag waardevol is.
De preek benadrukt dat God boven de tijd staat en alles in Zijn hand heeft. Dit betekent niet dat alles wat gebeurt ook direct Gods wil is, maar wel dat Hij overal bij is en alles ten goede kan gebruiken. Corné introduceert het Hebreeuwse woord “et” en het Griekse woord “Kairos”, die beide verwijzen naar het juiste moment dat door God bepaald wordt, in tegenstelling tot de algemene, chronologische tijd (Chronos). Hij onderstreept dat God nooit te laat is, maar altijd op het juiste moment handelt.
Verder wordt de balans in het leven besproken: er zijn tijden van planten en oogsten, van rouwen en dansen, van strijden en rusten. Geduld wordt hierbij genoemd als een vrucht van de Geest, die niet betekent dat men passief afwacht, maar juist actief Gods wil zoekt en erop vertrouwt dat Hij de juiste tijd bepaalt. Corné moedigt de luisteraars aan om niet in angst te leven, maar om te geloven in Gods timing en in Zijn plan voor zowel het persoonlijke leven als voor de gemeente.
De praktische toepassing van de preek is om geduld te hebben in moeilijke tijden, actief Gods wil te zoeken en het leven in balans te houden. Dit betekent niet alleen groeien in geloof, maar ook genieten en bloeien wanneer God een tijd van zegen geeft. De preek eindigt met de bemoediging dat Jezus onze stabiele factor is en dat we, ongeacht de omstandigheden, mogen vertrouwen op Gods perfecte timing.