Samenvatting van de preek van Marcel: “Jezus alleen, anders géén”
Marcel begint zijn preek met een dankwoord en benadrukt het belang van Gods aanwezigheid in het bouwen van hun gemeenschap. Hij spreekt over de vrezen des Heren, oftewel ontzag voor God, en gebruikt bijbelse verwijzingen zoals Psalm 25, Psalm 34 en Jesaja 11 om dit te onderbouwen. Hij deelt een anekdote over een gesprek in een lift met een buurman die moeite heeft met zijn geloof door tegenslagen in zijn leven.
Marcel leest uit Exodus 20 en legt de nadruk op de 10 geboden, waarbij hij het volk van Israël’s reactie op Gods aanwezigheid beschrijft. Hij legt uit dat er twee soorten angst zijn: een verkeerde angst die mensen wegdrijft van God en een goede angst (vrezen des Heren) die ervoor zorgt dat mensen bij God blijven.
Hij gaat verder met een verhaal uit 1 Koningen 18 over Elia en de profeten van Baal. Elia’s moed en vertrouwen in God worden benadrukt, evenals de valkuilen van afgoderij en het dienen van meerdere goden. Marcel waarschuwt voor het aanpassen van ons beeld van God op basis van onze ervaringen en benadrukt dat ontzag voor God betekent dat we ons moeten laten vormen naar Zijn beeld, niet andersom.
Hij daagt de gemeente uit om geen afgoden te dienen en volledig op Jezus te vertrouwen, zonder compromissen. Marcel roept op tot bekering van alles wat hoger in het leven wordt geplaatst dan God en eindigt met een gebed waarin hij vergeving vraagt voor afgoderij en een hernieuwde toewijding aan Jezus.