De preek van Eugene Poppe getiteld “Putten uit oude en nieuwe bronnen”, behandelt een passage uit Genesis 26 en verkent de symboliek van oude waterputten als de kernwaarden van het geloof die door de tijd heen worden bedreigd en dichtgegooid door wereldse invloeden. Eugene benadrukt het belang van terugkeren naar deze oude waarheden, zoals de soevereiniteit van God, de unieke rol van Jezus als Verlosser, en de noodzaak van discipelschap. Hij waarschuwt tegen de hedonistische mentaliteit van zelfvoldoening en benadrukt dat God in elke periode nieuwe bronnen van openbaring geeft. Hij moedigt aan om zowel uit de oude als nieuwe bronnen te putten en Gods roeping te volgen in het leven van geloof en praktijk.