De preek van Marcel draait om het thema “Vriendschap met Jezus” en benadrukt de diepe relatie die Jezus met ons wil hebben. Hij begint met de gedachte dat Jezus onlosmakelijk verbonden is met de gemeente en dat liefde voor Jezus ook liefde voor de gemeente inhoudt. Jezus is het lichaam, en als je van Hem houdt, kun je niet losstaan van Zijn gemeente.
Marcel verwijst naar Johannes 15, waar Jezus zijn discipelen niet langer slaven noemt, maar vrienden. Vriendschap met Jezus betekent een wederzijdse, intieme relatie die groeit door tijd met Hem door te brengen en Zijn geboden te volgen. Vriendschap met Jezus is niet gebaseerd op verplichtingen of religieuze prestaties, maar op liefde en nabijheid. Hij wijst erop dat veel mensen religie benaderen als een ladder waarop ze stap voor stap proberen dichter bij God te komen door goed gedrag. Maar in werkelijkheid is het niet de mens die naar God klimt; Jezus is naar ons toe gekomen om ons te redden.
Marcel maakt duidelijk dat echte vriendschap inhoudt dat je elkaar aanspreekt en ondersteunt, net zoals vrienden dat doen. Hij stelt de vraag of we alleen kennis hebben over Jezus of dat we Hem werkelijk kennen. Jezus wil niet dat we Hem volgen vanuit plichtsbesef of angst, maar vanuit liefde en relatie.
Daarbij wijst hij op de verandering die Jezus in ons leven wil brengen:
Van plicht naar relatie: niet “ik moet bidden”, maar “ik wil tijd met Jezus doorbrengen”.
Van afwachten naar begrijpen: niet alleen orders opvolgen, maar in gesprek gaan met Jezus.
Van angst naar liefde: gehoorzaamheid uit liefde, niet uit angst voor straf.
Marcel benadrukt dat redding niet komt door onze eigen werken, maar door genade. Jezus heeft alles opgegeven om bij ons te zijn en verlangt naar een relatie met ons. De preek eindigt met een oproep om Jezus niet alleen als Heer te volgen, maar als vriend te omarmen en die vriendschap actief te verdiepen.